In de vroege christelijke godsdienst was de viering van de epifanie, de Openbaring van de Heer, belangrijker dan Jezus' geboorte zelf. Het tonen van het kindje Jezus aan de Wijzen uit het Oosten (de Drie Koningen), de verschijning van God aan de mensheid, is de belangrijkste gebeurtenis. Voor de orthodoxe kerken is dit nog steeds het geval, en wordt de epifanie gevierd als het eigenlijke orthodoxe kerstfeest. Epifanie wordt gevierd vanaf Drie Koningen (6 januari), tot aan Aswoensdag (6 februari), de viering van de Verheerlijking van Jezus op de berg. Een belangrijk symbool tijdens de epifanie, is de Ster van Bethlehem. De bijbel verhaalt in Matteüs 2 over de verschijning van de mensenzoon aan de wereld; het bezoek en de aanbidding van de Wijzen uit het Oosten, die met hun karavaan van kamelen naar de kleine Jezus waren gekomen en geschenken meebrachten in de vorm van goud, wierook en mirre. Ook de doop van Jezus door Johannes de Doper wordt hierbij herdacht. Zelfs in onze moderne tijd wordt Driekoningen nog vaak traditioneel gevierd, onder meer met een rijke maaltijd thuis, met drank en gezang, en het "koningsbrood" met daarin een muntstuk verstopt; diegene die het vindt is die dag "koning". Ook gaan kinderen verkleed met kroontjes op hun hoofd de straat op en gaan zij gewapend met lampionnen van deur-tot-deur om in ruil voor gezang snoepgoed van mensen te verkrijgen.
|